zaterdag 18 november 2017

::: Zaailing #20 ::: ZE KOMEN :::

©Jurgen Walschot



Ik roep mijn vrienden en ze komen.
Eerst aarzelend, een enkeling, nog onduidelijk van vorm. Vervolgens meer, helder en goed zichtbaar, met stemmen als lange, diepe echo’s. Ze zijn jong en stralend, ze hebben lachende ogen. Ze zijn oud en statig, met mantels die doen denken aan vleugels, of de rimpelingen van schaduwen op water. Hun woorden zijn webben van betekenis.

In mijn hand heb ik de trom, blank en maanrond, en mijn slagen zijn vastberaden. Ik roep mijn vrienden en ze komen.
Ze groeten mij als een oude geliefde, als een jonge novice. Ze weten dat ik klaar ben, want de sluiers tussen de werelden gaan opzij voor wie er doorheen durft waden. En er is nood aan zwervers die willen oversteken, om mee te terug te brengen wat er wacht aan de andere kant.

Ik roep mijn vrienden en ze komen. Ze zijn met velen want ze weten hoeveel moed de tocht vraagt.
Ze reizen mee op de wind, op het stilte van het zinderende licht.
Ik ben dankbaar dat ze er zijn. In hun aanwezigheid zie ik zoveel scherper. Ik mag de kracht tonen die ik heb. Ik mag de maskers afleggen die ik draag. Ik mag mijn stem laten horen, hoe onzeker die ook klinkt. Ik mag uitglijden en kopje onder gaan, maar ik zal niet verdrinken.

Ik roep mijn vrienden en ze komen.
De trom gromt en gonst. Trillend weeft hij het web van de wereld.
Wat gezaaid is, zal groeien.
Wat gevangen is, zal uitbreken.
Wat leeft, zal sterven.

Ik sta op de rand, met één voet aan elke kant, en de trom als een kloppend hart in mijn handen. Ik laat de stroom door mij heen gaan. Ik ben de stroom.

Ik roep mijn vrienden bij me in de kring.
En ze komen.


/// 

 ZAAILINGEN is een samenwerking tussen schrijfster Kirstin Vanlierde en tekenaar Jurgen Walschot. Zaailingen zijn creatieve scheuten, waarbij tekenaar en schrijfster mekaar afwisselend uitdagen. Zij schrijft bij de beelden en hij tekent bij de woorden. 

 ///

zaterdag 4 november 2017

::: Zaailing #19 ::: Sporen // TRACKS ::: Sapling #19 :::

// SPOREN //
Het leven, weet hij, trekt sporen voor wie ze kan volgen. En dat is hoe hij leeft: zonder halt te houden.
De monotonie van onderweg zijn went. Maar telkens als hij achterom kijkt, vreest hij aanstormende lichten. Zijn reflexen zijn getraind om inderhaast uit de weg te springen. Voor je het weet, heeft het
verleden je ingehaald en dendert het als een trein over je heen. Wie zich laat verleiden om stil te staan, strandt in het beste geval in een tussenstation.
Zoals zij.
Natuurlijk is hij niet op haar toe gestapt. Wie een schim is in zijn eigen leven weet dat er niet zoiets als houvast bestaat. Hij stelt zich tevreden met toekijken van op een afstandje. Een gestolen moment.
Zou het fijn zijn om naast haar te zitten, daar op die bank, en oprecht te geloven dat er straks een trein stopt, met deuren die vanzelf opengaan om hen binnen te laten?
Hij ziet het zichzelf bijna doen. Hij ziet haar zelfs opkijken en glimlachen, met donkere, glanzende ogen.

Ze laat hem twijfelen. Iets aan haar klopt niet met zijn verhaal. Is ze echt gestrand? Haar pad lijkt meer berusting te kennen dan het zijne, wie weet zelfs een gelukkig einde. Hij gunt het haar.
Hij wil er niet komen spoken.

Hij leest de grijnzende letters op het scherm. Hij heeft geen bestemming maar het is tijd om te gaan. Een laatste blik over zijn schouder, voor hij zich laat meevoeren langs de gesyncopeerde lijn van licht, verder de nacht in.
Zo wil hij het zich herinneren, de volgende keer als hij achterom kijkt.
Een tussenstation dat heel even voelde als een thuis.
Haar schoonheid, in een tafereel dat seconden lang stilstond terwijl de tijd, voorbij razend als een verduisterde trein, hen ongemoeid liet.



©J.Walschot


// TRACKS //
Life, he knows, lays tracks for those capable of following them. That is how he lives: without stopping.
The monotony of life on the road is something you get used to. But every time he looks over his shoulder, he fears the sight of headlights rushing up to him. His reflexes are poised to jump out of the way at a moments notice. Before you know it, the past has caught up with you and runs you over like a freight train. Those who succumb to the temptation to pause, will find themselves stranded in an intermediate station at best.
Like her.
Of course he has not walked up to her. A shadow in his own life, he knows there can never be anything to hold on to. He contents himself with looking on from a small distance away. A stolen moment.
Would it be nice to take a seat next to her, on that bench, and truly believe a train will be stopping shortly, with doors that open all by themselves to let them in?
He can almost see himself do it. He can even see her look up and smile, with dark, glowing eyes.

She has him doubt. Something about her doesn’t fit in with his story. Is she truly stranded? Her path seems to have more equanimity than his, it might even have a happy ending - who knows. She deserves it.
He
doesn’t want to stay around to haunt it.
He reads the grinning digits on the screen. He has no destination but it is time to go. One last glance over his shoulder, before he let himself be taken along by the stuttering lines of light down into the night.
Thats how he wants to remember it, the next time he looks back.
An intermediate station that for one brief moment felt like home.
Her beauty, a pageant stopped in its tracks, even as time, thundering past like a blinded train, left them undisturbed. 



///

The SAPLING series is a joint project with writer Kirstin Vanlierde.
Saplings are creative sprouts. She will write to the images, I will draw to the words.

///