Een reeks illustraties en afgeleiden voor de VUB: Universitair Medisch Centrum Onderzoeksraad.
![]() |
©foto Thierry Geenen |
![]() |
©foto Thierry Geenen |
![]() |
©foto Thierry Geenen |
Ze wordt wakker in de schemering voor zonsopgang, en weet meteen waar ze is.
Seth ligt met zijn rug naar haar toe. Een paar rode lokken likken zijn nek en de ronding van zijn schouder.
Ze heeft nog nooit zo dicht bij een man gelegen die zo ver bij haar vandaan is.Klotsend de trage golven, heen en weer over het landschap van de tijd. Als de regen ophoudt, komt het zand en zucht het land vanuit de diepten.
Hij kijkt uit over de woestijn. De horizon is wazig en wil niet gezien worden. Zijn hart ook niet. Het kent zijn ketenen en aanvaardt hun gewicht.
Maar als de zon opkomt boven de duinen en de schemering haar roze sluier achter zich aan sleept, waait het lied van de kraanvogels over de vlakte naar hem toe. Dan weet hij waarom geen tempel of tombe hem ooit binnen kan houden.
![]() |
© Jurgen Walschot |
Zij was het die de kaarsen had gedoofd en zonder een woord tegen hem aan was gaan liggen. Een schelp wilde ze zijn, om zijn kwetsbaarheid heen.
Wanneer is een god bang? Wanneer denkt een engel aan vallen?Zie je Seth, hoe de dood over mij waakt? De zachtheid van het duister, de omhelzing van de windels in een stille kist? Niets dan de herinnering aan duinen van roze en goud, een droom die werd geproefd maar nooit geleefd.
Hoe ver ben je doorgedrongen in het merg van dit land?
Hoe diep heb je gegraven, voor je op de botten stootte?Hij protesteerde niet toen ze haar armen om hem heen sloeg, en de wereld werd stil als het midden van een diepe poel. Vanwaar zij lagen, verspreidden de rimpels zich over het huis, de stad, en verder, de nacht in.
Hou van ons.
Wij zijn het enige wat ons nog overblijft.
![]() |
Robin in de Poseidonkoepel - De oceaan van Mare |
Robin staat op het kiezelstrand in de grootste en meest uitgestrekte
koepel van het hele serrecomplex. Voor hem strekt zich de zee uit. Hij
trilt van kop tot teen en hij heeft zijn ogen stijf dicht.
Dit zou niet zo moeilijk mogen zijn.
Hij ademt diep in en uit. En nog een keer. En nog eens. Hij blijft trillen maar opent zijn ogen.
Eerst is er alleen maar blauw – een zacht stromend aquamarijn dat het
licht van de zon vangt in gouden spikkels. Het vlijt zich met elke
gerimpelde golf neer op het kiezelstrand. De keien in de branding rollen
glanzend heen en weer.
De lucht is stil en vochtig, alsof de koepel op iets wacht. Aan de horizon hangt een waas.
Je moet dichter naar het water toe.
Alles
in Robin zet zich schrap. Zijn benen trillen alsof hij verkleumd is. En
dat is ook zo: binnen in hem is alle warmte weggesijpeld.
Je moet.
Robin voelt de keien onder zijn voeten. Steen schraapt op steen als
hij naar de branding loopt. Bij elke stap voelt hij weerstand, alsof hij
moet ploegen tegen een zware stroming.
Met nog maar twee passen
tussen hem en het water in houdt hij halt. Beweging vlak voor zijn
voeten trekt zijn aandacht. Waar de golven kapotslaan op de keien is het
water troebel maar juist daar voorbij is het zo helder dat Robin de
vissen kan zien tussen de stenen. Hun lijfjes golven en vervormen met de
bewegingen van het wateroppervlak. De grote keien op de bodem doen dat
ook. Robin kan er niet te lang naar kijken voor hij het gevoel krijgt
dat de grond onder zijn voeten ook begint te golven.
Hij richt zijn blik hoger. Maar onder het mistige waas verderop is de zee een eindeloos, diep duister. Zoveel water…
Plots ontstaat er hevige deining, midden op het wateroppervlak. Heel
even ziet Robin iets wat lijkt op een enorme tentakel, of een vin. Dan
kalmeren de schuimkoppen en wordt het wateroppervlak weer stil. Maar nu
drijft er, precies op de plek waar hij net nog dacht een beest te zien,
iets donkers en vormeloos.
Robin herkent de kleur van Mendels
overall. Dan ziet hij ook armen, benen, lange haren uitgespreid op het
water als een witte kroon van wier.
Hij roept Mendels naam, maar in de zwaarte die als een dik deken over de koepel ligt, klinkt er alleen stilte.
Robin wil tegelijk naar Mendel toe en van het water weg. Hij glijdt
uit over de keien en valt voorover in het water, zijn gezicht wordt
helemaal nat gespat. De vissen schieten alle kanten op.
In paniek
krabbelt hij weer overeind. Het onbereikbare lichaam van Mendel deint op
en neer maar Mendel zelf beweegt niet. Zijn gezicht ligt in het water.
Robins
hart hamert in zijn keel. Als Mendel niet kan ademhalen, gaat hij dood.
Of – de gedachte maakt hem nog kouder vanbinnen – is hij dat al?
Hij
schreeuwt, en nu breekt zijn stem doorheen het zware web van stilte. Ze
weerkaatst van de koepelwanden en komt langs alle kanten weer op hem
af.
De grond onder zijn voeten gaat trillen. Eerst zachtjes, dan steeds
heftiger. Samen met de trillingen komt ook het water. Robin ziet het
langzaam oprijzen, mee met de rondingen van de koepel, een vloedgolf die
zich opricht.
Hij wil naar de uitgang rennen, maar zijn voeten
zitten vast in de keien. Hij rukt en stampt met al zijn kracht maar
raakt niet los. Met afgrijzen kijkt hij toe hoe de enorme golf boven hem
steeds hoger reikt. Licht glinstert op de uiterste schuimranden. Ze
likken aan het stergewelf in de nok van het koepeldak en slokken het op.
Dan begint het water met de koepel mee af te dalen. Het bedekt de zon
en is aan alle kanten boven en om hem heen. De hele koepel baadt in een
blauwgroen licht.
Robin ziet een immense silhouet langs glijden, een wezen waarvan hij het begin of einde niet kan onderscheiden. Er is een heftig gebons in zijn oren, een donker suizen. De grond davert. Het zonlicht dooft. Aquamarijn wordt eerst nachtblauw, dan zwart. Het moment waarop de golf zich op hem stort, voelt Robin niet. De zee slokt hem op en sluit zich boven zijn hoofd.
De oceaan van Mare – Kirstin Vanlierde & Jurgen Walschot – Pelckmans uitgeverij – najaar 2022
Tot 31 maart kunnen de inwoners van Halle deelnemen aan de Halse poëziewedstrijd 'Dichter in de buurt'
Het is een stil jaar geweest wat nieuwe Zaailingen betreft, maar we werken met het oog op de honderdste Zaaling wel aan een bijzonder project. Daarover verklappen we nog niets, maar in de tussentijd geven we dit najaar opnieuw Winterwenskaarten uit.
We hernemen de zeer gewaardeerde reeks van een paar jaar terug, ‘De perfecte plek’, aangevuld met een vierde deel, met een gloednieuw beeld en een hoopvolle wens voor een wereld waarin letterlijk en figuurlijk een nieuwe dag mag aanbreken.
Dank aan al wie er al van begin november naar vroeg!
Wacht niet te lang om ze te bestellen, de opdracht vertrekt binnenkort naar de drukker.
En misschien klinkt het een beetje gek maar bestel er voldoende. Elk jaar opnieuw krijgen we in december of zelfs januari nog vragen van mensen of we misschien nog wat kaarten over hebben, want “Ze zijn zo mooi en ik kocht er eigenlijk te weinig…” Maar tegen dan zijn ze helaas altijd uitverkocht. Het is maar dat je het weet… 😉
Prijs:
8 euro/reeks (= 4 verschillende kaarten, worden niet afzonderlijk verkocht) plus verzendkosten indien van toepassing
Bestelling en betaling via de webshop (enkel PayPal).
Wil je De serres van Mendel en De wortels van de wereld op een originele manier ontdekken, in een prachtig kader?
Van 1 tot en met 31 maart kan je in de Plantentuin van Meise het Botanische Boekenpad bewandelen.
Het Botanische Boekenpad is een interactieve wandeling voor jong en oud. In het gezelschap van drie verschillende boeken(reeksen) ontdek je de prachtige Plantentuin van Meise, waar Mendel en Wortels thuis zijn. De serres van Mendel en De wortels van de wereld zijn boeken voor voelers en dromers van 8 tot 108. En dat laatste is echt geen promopraatje: we merken telkens weer hoe volwassenen op een heel eigen manier geraakt worden door ons werk. Vaak ontdekken kinderen onze boeken precies omdat hun (groot)ouders ze zo mooi en inspirerend vonden.
En we zijn in goed gezelschap op het Botanische Boekenpad… Barbara Rottiers verzon opdrachten bij De H van Humboldt (6+), en trio Katrijn De Wit, Laura Bergans en Inge Rylant laten je fantaseren met hun Wijze Weetjes-reeks (Mag je haaien aaien? Kunnen bergen krimpen? Komt oude kaas van oude koeien? Kunnen vogels niezen?) (3+). Een uitstap voor de hele familie, dus!
Alle opdrachten staan in trio’s op grote panelen langs een route doorheen de groene oase van de Plantentuin. Het is een ideale wandeling om samen met kinderen van verschillende leeftijden tegelijk de boeken te ontdekken én een heel andere kijk te krijgen op het park. En helemaal C*-proof, zoals de omstandigheden het vragen.
Voor de gelegenheid ontwikkelden Jurgen en ik ook een heleboel extra materiaal: audiofragmenten, filmpjes met muziek en geluid, een inkijkje in onze inspiratiebronnen… Tijdens de wandeling kunnen je ze allemaal bekijken en beluisteren door de QR-codes op de panelen te scannen.
De wandeling eindigt bij de gezellige Tuinwinkel, waar je niet alleen alle boeken van het Botanische Boekenpad vindt, maar ook nog een schat aan mooie dingen die met planten te maken hebben.
Praktisch:
Van 1 tot 31 maart in Plantentuin MeiseOpeningsuren:
Winter (15 oktober – 14 maart): 9.30 – 17 u, laatste toegang 16.30 u.
Zomer (15 maart – 14 oktober): 9.30 – 18.30 u, laatste toegang 17.30 u.
Tickets voor een bezoek koop je op voorhand, online. De Plantentuin heeft een heel goed georganiseerde werking, helemaal Covid-proof.
Klik hier voor meer info of via uitgeverij Pelckmans.
't is zover... FEESTJE!!??
vanaf vandaag is 'de schurkenclub' beschikbaar in de betere boekhandel.
![]() |
©eenhoorn uitgeverij |
Maar Brumhilde is niet de enige die pakjes mag uitpakken vandaag...
De schurkenclub, Robin Aerts & Jurgen Walschot
- Hedendaags verhaal met veel spanning door Robin Aerts
- Krachtige illustraties van Jurgen Walschot
Een humoristisch en spannend verhaal over jaloezie, hebzucht en liefde.
Minnie Wezels groeit op in het saaiste dorp ter wereld: Vaersenbroeckendrechtegem. Het dorp wordt omsingeld door drukke snelwegen. Alles is er gemaakt van grijs en hard beton en de inwoners moeten een eindeloze reeks regels volgen. En elke dag ziet er precies hetzelfde uit. Niemand speelt, droomt of fantaseert. Behalve Minnie. Zij verlangt naar een leven vol kleur, vriendschap, en verrassingen. Minnie ontdekt dat ze heel wonderlijke vrienden heeft. Samen met hen komt ze er achter dat Vaersenbroeckendrechtegem in de greep zit van duistere machten uit een grijs verleden.
via De Eenhoorn Uitgeverij
![]() |
foto ©Bib Kortenberg |
Op gedichtendag mocht ik me gaan uitleven op de ramen van de Bib van Kortenberg. Ik baseerde me op een haiku van dorpsdichter Johan Teirlinck.
Net zoals vorig jaar maakten we een extra kerst-hoofdstukje helemaal in de sfeer van 'De serres van Mendel' & 'De wortels van de wereld'.
Via deze link kan je de pdf downloaden.
Fijne Kerst!
![]() |
kerst2020.pdf |
![]() |
Reya is terug in de stad... |
![]() |
#meteenboekbenjenooitalleen |
Altijd fijn raamtekeningen maken...
... maar niet te fotograferen.
Een ritje met de fiets naar Zaventem en terug.
Sla je vleugels om mij heen en maak mij een veilige ruimte.
Ik kan mezelf niet meer in stand houden. Wat ik bouwde, brokkelt af. Wat ik wilde, blijft buiten bereik. Ik ben zo hoog geklommen als ik kon en nu is er niets dan afgrond. De wereld in mij davert en de brokstukken donderen naar beneden.
Een cocon is wat ik nodig heb, een omhelzing om in af te dalen, een duister om in thuis te zijn.
Verzet lijkt dapper; wie kreeg ooit complimenten om de strijd te staken? Maar soms moet wat ten einde is zich gewoon overgeven. Versmelten met het onvermijdelijke is een zachte dood. En diep – diep – vanbinnen weet iets in ons het beter.
Net als voor de rups, die zich een lijkwade van zijde spint, een gouden sarcofaag om zichzelf in te verliezen tot de laatste vezel, is de plaats waar wij uiteenvallen de vruchtbare grond voor alles wat daarna nog komt.
Op een dag, van op grote hoogte, zullen we terugkijken in mildheid en denken: wat waren we klein.