dinsdag 29 mei 2018

Zaailing #33 : Een stad / A city : Sapling #33


Een stad 

Het schetsboek valt open op een plek die hij niet verwachtte.
Een stad met een geschiedenis. Een stad waarvan hij hield. De dagen tussen haar daken smaakten naar drukte en uitlaatgassen, maar ook naar kroegen en wereldkeuken. Naar vrijheid soms nog te groot voor zijn jonge vleugels.


Hij kan het zich herinneren, hoe hij op het boventerras probeerde om het uitzicht in zich op te nemen terwijl hij de toeristen negeerde, even druk en opdringerig als de duiven. Hoe hij peilde naar de gelaagdheid die trilde tussen de straten. Want hoe vat je iets wat zo immens is, waar onder de wegen andere wegen liggen, onder de funderingen oudere funderingen, waar onder het afval en de sloop soms een schat tevoorschijn komt, soms een spook? 



Hij kon het voelen, maar hij kon het niet vastleggen. Toen nog niet. Dit is een oud boek, een verhaal van lang geleden. Als hij eraan terugdenkt, is elke dag in zijn herinnering even grijs. Er viel bijna constant regen. Maar het was prettig lopen door de natte straten, waar aaneensluitende rijen van koplampen het wegdek in lange lijnen lieten oplichten. Hij had stevige schoenen die hun grip op de glibberige kasseien niet verloren. En elke stap die hij zette, ook binnen de beslotenheid van de stad, was een stap vooruit, want één stap verder weg van waar hij vandaan kwam. Duiven kwamen drinken uit de plassen. In het park scheerden kraaien rakelings over, geruisloze zwarte schimmen. Ze bevielen hem wel. De tijd leek geen vat op ze te hebben. En als dat wel zo was, trokken ze er zich niets van aan. 




Misschien kwam het door de vogels dat hij naar de lucht begon te kijken. Een ontsnappingsroute voor wie vleugels had. En hij benijdde ze, een beetje toch. Alleen de torenspitsen kwamen in de buurt van waar zij konden komen. 

Tekenen, leerde hij, kwam nog het dichtst bij vliegen. Een pen tussen zijn vingers, over een blad papier in lang vervlogen tijden zelfs werkelijke een veer kon parmantig pikken als een straatmus, maar ook recht op haar doel af schieten als een slechtvalk. In zijn schetsen slaagde hij erin de vogels te volgen. En dat, besefte hij, was hij sindsdien altijd blijven doen. 




Hij talmt nog wat langer bij de oude tekening. Lijnen en lucht. Lijnen zijn nodig. Ze helpen om de wereld beheersbaar te houden. Maar wat is er mooier dan iets wat aan zijn kader ontsnapt?
Het is een verhaal dat hij toen voor het eerst hoorde, daar op dat hoge, drukke terras. Het past hem als een handschoen. En hij is het vanaf toen altijd opnieuw blijven vertellen, op steeds weer andere manieren.

Hij klapt het schetsboek dicht, en pakt de eerste pen binnen handbereik. 


/// 

 ZAAILINGEN is een samenwerking tussen schrijfster Kirstin Vanlierde en tekenaar Jurgen Walschot. Zaailingen zijn creatieve scheuten, waarbij tekenaar en schrijfster mekaar afwisselend uitdagen. Zij schrijft bij de beelden en hij tekent bij de woorden. 
///



A City 

The sketchbook opens to a page he did not expect.
A city with a history. A city he loved. The days between its rooftops tasted of crowds and exhaust fumes, but also of pubs and world kitchen, and the kind of freedom that had at times seemed too large for his young wings.
He remembers how he stood on the upper terrace, trying to take in the view, ignoring the tourists swarming like pigeons. How he tried to fathom the resonating layers running along the streets. For how can you grasp a place so immense, where beneath the roads lie other roads and beneath the foundations even older foundations; where, from under piles of garbage or demolition debris, one day a treasure might be unearthed, another a ghost? 


He could feel it, but he couldnt capture it. Then. For this is an old sketchbook, a story of long ago. Thinking back, all those days come to mind equally grey. Rain was falling almost incessantly. But it was pleasant to walk the wet streets, contiguous rows of headlights setting the pavement ablaze with lines of light. His shoes were sturdy and didn’t lose their grip on the slick cobblestones. Every step he took, even within the confines of the city, was a step forward, one step farther from where he came from. Doves came to drink in the puddles. In the park, crows passing like silent black shadows grazed pedestrians in a fly-by. He liked them. Time didnt seem to touch them. And if it did, they didnt seem to care. 

Perhaps it was because of the birds that he began to look at the sky. An escape route for the winged. And he envied them, a little anyway. Only the church turrets came anywhere close to where they were able to go. 

Drawing, he learned, was as close to flying as he could come. A pen between his fingers moving across a sheet of paper in times long gone it would even have been an actual feather could peck like a perky sparrow, or shoot straight at its mark like a peregrine falcon. In his sketches he managed to keep up with the birds. And that, he thought, was what he had been doing ever since. 
He lingers, just a little while longer, with the old sketch. Lines and skies. Lines are necessary. They help to keep the world contained. But arent the most beautiful things exactly the ones that escape from their framework?
It
s a story he heard for the very first time on that high, crowded terrace. It fits him like a glove. And he has told it over and over again, in ever different ways.
He closes the sketchbook, and picks up the first pen within reach.

///
The SAPLING series is a joint project with writer Kirstin Vanlierde.
Saplings are creative sprouts. She will write to the images, I will draw to the words.
///


Geen opmerkingen:

Een reactie posten